-
1 een typisch kenmerk van
een typisch kenmerk vana typical feature/peculiarity ofVan Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > een typisch kenmerk van
-
2 kenmerk
1 [kenteken] (identifying) mark ⇒ 〈 waarborgstempel〉 hallmark 〈 ook figuurlijk〉, 〈 in brief〉 reference, 〈 als afkorting〉 ref2 [symptoom] symptom3 [karaktertrek] (distinguishing) characteristic/feature ⇒ stamp♦voorbeelden:1 de kenmerken dragen van • bear the mark(s)/stamp ofvan een kenmerk voorzien • markons kenmerk 42/RE 312 • our ref 42/RE 312zonder bijzondere kenmerken • without any distinguishing features3 een typisch kenmerk van • a typical feature/peculiarity of -
3 trademark
-
4 peculiarity
n. eigenaardigheid, bijzonderheid[ pikjoe:lie▪ærətie] 〈meervoud: peculiarities〉1 eigenaardigheid ⇒ bijzonderheid, merkwaardigheid -
5 Spezifikum
Spezifikum〈o.; Spezifikums, Spezifika〉1 specifieke, karakteristieke eigenschap, specifiek, typisch kenmerk -
6 propre
propre1 [propr]〈m.〉1 kenmerk ⇒ eigenschap, (het) kenmerkende♦voorbeelden:c'est du propre! • dat is me (ook) wat moois!mettre au propre • in het net schrijvença sent le propre! • wat ruikt het hier fris!c'est un propre à rien • hij deugt nergens voorau propre • in de eigenlijke betekenis————————propre2 [propr]2 schoon ⇒ netjes, milieuvriendelijk4 netjes ⇒ fatsoenlijk, verzorgd♦voorbeelden:nom propre • eigennaamson propre nom • z'n eigen naamau sens propre • letterlijk2 cigarette propre • ‘gezonde’ sigaretavoir les mains propres • schone handen hebbenusine propre • ‘schone’, milieuvriendelijke fabriekpropre à rien • nergens voor deugendnous voilà propres! • nu zitten we met de gebakken peren!1. m1) kenmerk, eigenschap2) eigendom2. adj1) kenmerkend, typisch (voor)2) schoon3) geschikt, bekwaam4) netjes, fatsoenlijk -
7 characteristic
adj. kenmerkend, tekenend, kenschetsend, typisch; karakteristiek--------n. eigenschap; typische eigenschap; karakteristiek; karaktertrekcharacteristic1[ kæriktəristik] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 kenmerk ⇒ (kenmerkende) eigenschap, karakteristiek————————characteristic2〈bijvoeglijk naamwoord; characteristically〉1 karakteristiek ⇒ kenmerkend, tekenend♦voorbeelden:1 〈 elektriciteit, wiskunde〉 characteristic curve • karakteristiek 〈 grafische voorstelling van de eigenschappen van een apparaat〉that is characteristic of John • dat is typisch John -
8 character
n. karakter, natuur; figuur; teken; (in computers) teken; het digitaal aanduiden van een letter of ander teken; karakter beschrijving[ kæriktə]1 (ken/merk)teken ⇒ kenmerk, (karakter)trek2 teken ⇒ symbool, letter, cijfer4 personage ⇒ rol, figuur♦voorbeelden:he is quite a character • hij is me d'r eentje1 karakter ⇒ aard, natuur2 schrift ⇒ handschrift, (druk)letters♦voorbeelden:1 moed♦voorbeelden:1 a man of character • een moedig/dapper man -
9 specifiek
♦voorbeelden:iets specifiek Hollands • qc. de spécifiquement hollandais3 ergens specifiek op wijzen • signaler expressément qc. -
10 specifiek
Перевод: со всех языков на все языки
со всех языков на все языки- Со всех языков на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Все языки
- Английский
- Нидерландский
- Французский